Mijn visie op een circulair interieur draait voornamelijk om een zorgvuldige afweging over wat er wel en wat er niet moet gebeuren.
Verantwoordelijkheid circulair interieur
Als interieurarchitect besef ik de impact van weloverwogen keuzes in mijn vakgebied. Het vermijden van fast-furniture, het niet klakkeloos volgen van trends, en het grondig afwegen van wat het beste past bij de specifieke behoeften en gebruikers zijn voor mij essentieel. Deze benadering strekt zich uit tot mijn ontwerpproces, waarbij ik samen met opdrachtgevers en gebruikers bepaal wat de optimale inrichting is voor diverse ruimtes, of het nu gaat om kantoren, onderwijsruimtes, of andere soorten omgevingen. Het doel is om een omgeving te creëren die niet alleen wordt omarmd en gewaardeerd door de gebruikers, maar ook een verlengde levensduur heeft en toekomstbestendig is.
Labels en Greenwashing
Het bewust ontwerpen met het welzijn van gebruikers en het oog op een betere wereld is natuurlijk een substantiële uitdaging. Ik maak expliciet gebruik van de term ‘bewust ontwerp’ in plaats van de gangbare termen zoals duurzaam, circulair, cradle2cradle, en andere trendy benamingen. Mijn overtuiging is dat duurzaamheid verder reikt dan slechts een label. Bovendien heb ik actief gezocht naar mijn eigen ontwerphouding te midden van het brede scala aan termen en labels, zonder me te laten verleiden door greenwashing. Voor mij draait het voornamelijk om het maken van doordachte keuzes, die in elk project op unieke wijze tot uiting komen.
Het 10R model
Om dit tastbaar te maken, ben ik op zoek gegaan naar een hulpmiddel dat mijn ontwerpproces kan ondersteunen. Deze zoektocht bracht me bij het 10R-model van het Utrecht Sustainability Institute.
Dit model hanteert een ladder waarbij projecten duurzamer worden naarmate ze hoger op de ladder staan. In simpele bewoordingen betekent dit dat hoe verder je bovenaan de ladder zit, hoe meer materiaal je voorkomt, en dus, kort gezegd, hoe duurzamer het project is. De lagere niveaus van de ‘R’en hebben vooral betrekking op het verminderen van grondstoffen en afval. Hoewel dit tot op heden veelvuldig is toegepast, bijvoorbeeld met gerecycled PET-vilt, is het van essentieel belang dat we nadenken over hoe we materiaalgebruik kunnen verminderen en zelfs voorkomen als we echte vooruitgang willen boeken.
In mijn projecten betekent dit dat ik, samen met opdrachtgevers en gebruikers, op een vernieuwende manier moet nadenken over het interieur en de invulling ervan. Bij elk integraal project streef ik er altijd naar om zoveel mogelijk de ‘R’en’ uit het 10R-model toe te passen.
Het 10R model vertaald naar mijn ontwerpproces
Als ik bovenaan (de meest circulaire/duurzame ingreep) begin:
10. Refuse (Weigeren) / 9. Reduce (Verminderen) / 8. Rethink (Heroverwegen)
Deze stappen weerspiegelen mijn ontwerphouding. Elke opdracht benader ik met een open geest, waarbij ik tracht de werkelijke behoefte te doorgronden achter de initiële vraag “Kun jij een nieuw interieur voor ons ontwerpen?”
Waarom is er behoefte aan een nieuw interieur? Wat zijn de fundamenten en doelen ervan?
Tegenwoordig gaat de motivatie voor een nieuw interieur verder dan slechts esthetische overwegingen zoals “we vinden het niet meer mooi”. Het draait nu eerder om redenen als “het huidige interieur sluit niet meer aan bij onze werkwijze, ons onderwijsproces, onze zorgverlening, enzovoort”. Het gaat dus verder dan alleen een cosmetische update; het heeft ook betrekking op het bevorderen van effectiever (samen)werken en het creëren van een gezondere omgeving.
Door deze aspecten zorgvuldig te overwegen en in het ontwerpproces te integreren, kunnen we kritisch evalueren wat wel en niet noodzakelijk is. Soms is bijvoorbeeld een grote vergaderruimte helemaal niet nodig, omdat vergaderingen ook kunnen plaatsvinden in een werkcafé of een brainstormruimte. Kortom: het combineren van functies leidt tot een efficiënter gebruik van ruimte en middelen.
Bij een recent project ontdekten we tijdens ontwerpsessies dat het pand over 3 jaar volledig zou worden gerenoveerd. We hebben onze aanpak van volledige sloop en herbouw heroverwogen en zijn gaan kijken naar wat strikt noodzakelijk is om de nieuwe werkwijze te ondersteunen. Op dat moment is het als interieurarchitect van essentieel belang om flexibel te zijn en verder te kijken dan alleen de wens om iets compleet nieuws te creëren. Ik beschouw dit als een aanzienlijke uitdaging en een kans om op deze manier te werken.
7. Re-use (Hergebruik) / 6. Repair (Herstel) / 5. Refurbish (Herstofferen)
In al mijn projecten staat het hergebruik van bestaand materiaal, producten en meubilair centraal. Ik draag persoonlijk de verantwoordelijkheid om grondig te onderzoeken wat reeds aanwezig is, alvorens de beslissing te nemen om iets te verwijderen. Items die nog in goede staat verkeren of op andere manieren kunnen worden ingezet, vormen namelijk mogelijk waardevolle toevoegingen aan het interieur. Dit niet alleen vanuit kosteneffectief oogpunt, maar ook, en wellicht nog belangrijker, als een bewuste keuze die kostbare grondstoffen spaart.
In bepaalde gevallen dient hergebruik zelfs als het fundament van mijn projecten, zoals bijvoorbeeld in mijn ontwerp voor een bibliotheek. De vloerbedekking vertoonde slijtage door eerdere onjuiste materiaalkeuzes, echter stond een grootschalige renovatie van het pand pas gepland over 8 jaar. Om die reden koos ik ervoor om een duurzaam product van Studio Wae te gebruiken, in plaats van te opteren voor compleet nieuw tapijt.
4. Re-manufacture (Herfabriceren) / 3. Re-purpose (Herbestemmen)
Bij elk bestaand gebouw voer ik grondig onderzoek uit naar reeds aanwezige elementen die ik kan integreren in het ontwerp. Soms stuit ik op waardevolle elementen die, indien opnieuw gebruikt voor een ander doel, kunnen uitgroeien tot opvallende blikvangers in het interieur.
Een sprekend voorbeeld hiervan is de grote gele kraan die zich bevond in de industriële ruimte die Dimenco als werkruimte ging gebruiken. Deze kraan stond op het punt om op Marktplaats te worden aangeboden voor overname. Echter, met succes heb ik bewerkstelligd dat deze kraan behouden bleef en nu fungeert als het centrale ontmoetingspunt voor koffie, lunch, borrels en vergaderingen.
2. Recycle (herwinnen grondstokken) / 1. Recover (verbranden)
Indien er uiteindelijk niets van wat reeds aanwezig is kan worden hergebruikt, is het noodzakelijk om de bestaande materialen en producten zorgvuldig te demonteren en te recyclen. In dit proces valt nog aanzienlijke vooruitgang te boeken. Vaak beseft een aannemer niet volledig welke mogelijkheden er zijn met het sloopafval. Het is eveneens mijn verantwoordelijkheid om dit aan te kaarten.
Positieve Impact van een duurzaam en circulair interieur
Bij bewust ontwerpen wil ik vooral een positieve impact hebben op de omgeving. In het kader van duurzaamheid betekent dit dat ik mijn ontwerpen zo vormgeef dat ze een gunstige invloed hebben op het klimaat. Dit blijft een uitdaging, omdat de vernieuwing of creatie van een interieur altijd gepaard gaat met het gebruik van materialen en grondstoffen. Het cruciale punt is echter het kiezen van materialen en producten die niet schadelijk zijn maar juist een positieve bijdrage leveren aan de omgeving.
Voor mij betekent dit nadenken over de levensduur van een interieur, hoe deze verlengd kan worden, en wat er moet gebeuren met de afzonderlijke producten en materialen wanneer het interieur wordt ontmanteld. Hoewel volledige circulariteit momenteel misschien niet haalbaar is, ben ik vastbesloten om samen met anderen stap voor stap de weg naar duurzaamheid te bewandelen.
Zoals iedereen zich inmiddels wel beseft: de urgentie van duurzaamheid is hoog! Ik sta klaar om deze uitdaging aan te gaan, samen met de gebruikers en opdrachtgevers van mijn projecten.