Mijn visie op een circulair interieurontwerp draait voornamelijk om een zorgvuldige afweging over wat er wel en wat er niet moet gebeuren.

Verantwoordelijkheid circulair interieurontwerp

Als interieurarchitect besef ik ten volle dat ik een verschil kan maken door weloverwogen keuzes te bespreken met mijn opdrachtgevers. Ik voel de verantwoordelijkheid om fast-furniture te vermijden, niet klakkeloos de laatste trends te volgen en zorgvuldig te overwegen welke omgeving het beste aansluit bij de specifieke behoeften en gebruikers. Op deze manier wordt de gecreëerde omgeving omarmd en gewaardeerd door de gebruikers, wat de levensduur ervan verlengt en het ontwerp toekomstbestendig maakt. Dit sluit nauw aan bij mijn benadering van het ontwerpproces, waarbij ik in overleg met de opdrachtgever en gebruikers bepaal wat de ideale inrichting is voor een kantoor, onderwijsruimte of elke andere ruimte.

Labels en Greenwashing

Het bewust ontwerpen met het oog op het welzijn van de gebruikers en een betere wereld is ongetwijfeld een aanzienlijke inzet. Ik hanteer expliciet de term ‘bewust ontwerp’ in plaats van duurzaam, circulair, cradle-to-cradle en andere modieuze benamingen, omdat ik van mening ben dat duurzaamheid dieper gaat dan slechts een label. Bovendien is het voor mij een ontdekkingsreis geweest om binnen deze diverse termen en labels mijn eigen ontwerphouding te vinden, zonder me te laten verleiden door oppervlakkige groene schijn. Voor mij draait het vooral om het maken van weloverwogen keuzes, die in elk project weer anders kunnen zijn.

10R model duurzaam bewust ontwerpen
10R-model Utrecht Sustainability Institute 
Een van de modellen voor de hoogwaardigheid van hergebruik is het 10R-model door prof.dr. Cramer. Dit is een verdere verdieping van de Ladder van Lansink. In deze ladder komen zowel ‘zachte’ circulariteitsaspecten aan de orde (voorbeeld: ‘refuse’ is een keuze om iets niet te doen), als meer ‘harde’ circulariteitsaspecten (voorbeeld: ‘re-use’ gaat over daadwerkelijk hergebruik). De tien niveaus zijn weergegeven in bovenstaand figuur en tevens gedefinieerd in het Lexicon Circulair Bouwen. [bron: Platform CB’23 - Actieteam ‘Framework Circulair Bouwen’]

Het 10R model

Om dit concreet te maken, ben ik op zoek gegaan naar een tool die mijn technisch adviesproces kan ondersteunen. Daarin ontdekte ik het 10R-model van het Utrecht Sustainability Institute.

Dit model hanteert een ladder waarbij projecten duurzamer worden naarmate ze hoger op de ladder staan. In simpele woorden, betekent dit dat hoe hoger je op de ladder zit, hoe minder materiaal je gebruikt en dus, in het kort, hoe duurzamer het project is. De onderste niveaus van de ‘R’en richten zich vooral op het verminderen van grondstoffen en afval. Hoewel dit tot nu toe veel is toegepast, bijvoorbeeld met gerecycled PET-vilt, is het essentieel om te overdenken hoe we materiaalgebruik kunnen verminderen en zelfs voorkomen als we daadwerkelijk vooruitgang willen boeken. 

In mijn technisch advies betekent dit dat ik, in samenwerking met opdrachtgevers en gebruikers, op een vernieuwende manier moet nadenken over technische specificaties en invulling. Bij elk integraal project zal ik altijd streven naar zoveel mogelijk toepassing van de ‘R’en uit het 10R-model.

Het 10R model vertaald naar mijn ontwerpproces

Als ik bovenaan (de meest circulaire/duurzame ingreep) begin:

10. Refuse (Weigeren) / 9. Reduce (Verminderen) / 8. Rethink (Heroverwegen)

Deze stappen hebben alles te maken met mijn ontwerphouding. Elke opdracht ga ik open-minded benaderen en probeer ik te doorgronden wat de werkelijke behoefte is achter de initiële vraag “Kun jij een nieuw interieur voor ons ontwerpen?”

Waarom is er behoefte aan een nieuw interieur? Wat zijn de uitgangspunten daarvan en wat is het doel ervan?

Tegenwoordig is de motivatie voor een nieuw interieur niet langer beperkt tot “we vinden het niet meer mooi”. Het draait nu meer om redenen als “het huidige interieur sluit niet langer aan bij onze werkwijze, ons onderwijsproces, onze zorgverlening, enzovoort”. Het gaat dus verder dan alleen een esthetische update; het heeft ook betrekking op het bevorderen van effectiever (samen)werken en het creëren van een gezondere omgeving. 

Door deze aspecten zorgvuldig te overdenken en in het ontwerpproces te integreren, kunnen we kritisch beoordelen wat wel en niet noodzakelijk is. Soms is een grote vergaderruimte helemaal niet nodig, omdat vergaderingen ook plaats kunnen vinden in een werkcafé of een brainstormruimte. Kortom: het combineren van functies leidt tot efficiënter gebruik van ruimte en middelen.

Bij een recent project kwamen we tijdens ontwerpsessies erachter dat het pand over 3 jaar volledig gerenoveerd zou gaan worden. We hebben onze benadering van volledige sloop en herbouw heroverwogen en zijn gaan kijken naar wat strikt noodzakelijk is om de nieuwe werkwijze te ondersteunen. Op dat moment is het als interieurarchitect essentieel om flexibel te zijn en verder te kijken dan de wens om iets compleet nieuws te creëren. Ik beschouw dit als een enorme uitdaging en een kans om op deze manier te werken.

7. Re-use (Hergebruik) / 6. Repair (Herstel) / 5. Refurbish (Herstofferen)

In al mijn projecten staat het centraal om bestaand materiaal, producten en meubilair te hergebruiken. Ik voel de persoonlijke verantwoordelijkheid om eerst te onderzoeken wat er al aanwezig is, voordat ik besluit iets weg te doen. Wat nog in goede staat verkeert of op een andere manier ingezet kan worden, zie ik als een waardevolle aanvulling op het interieur. Daarnaast kan dit niet alleen kosteneffectief zijn, maar ook, en misschien nog belangrijker, het spaart kostbare grondstoffen.

In sommige gevallen vormt hergebruik zelfs het uitgangspunt van mijn projecten, zoals bijvoorbeeld in mijn ontwerp voor een bibliotheek. De vloerbedekking was versleten door eerdere verkeerde materiaalkeuzes, maar een grootschalige renovatie van het pand stond pas over 8 jaar gepland. Daarom heb ik besloten om te kiezen voor een duurzaam product van Studio Wae in plaats van het produceren van compleet nieuw tapijt. Hierdoor kon ik niet alleen de levensduur van het bestaande materiaal verlengen, maar ook een positieve impact hebben op de duurzaamheid van het gehele project.

4. Re-manufacture (Herfabriceren) / 3. Re-purpose (Herbestemmen)

Bij het onderzoeken van elk bestaand gebouw voer ik een grondige analyse uit om de reeds aanwezige elementen te identificeren die ik technisch kan integreren in het ontwerp. In sommige gevallen stuit ik op potentieel waardevolle elementen die, mits hergebruikt voor een ander doel, kunnen fungeren als opmerkelijke technische hoogtepunten in het interieur.

Een concreet voorbeeld is de grote gele kraan die zich bevond in de industriële ruimte die Dimenco als werkruimte ging gebruiken. Deze kraan was bijna klaar om te worden aangeboden op Marktplaats voor overname. Ik heb echter weten te bewerkstelligen dat deze kraan behouden bleef en nu dient als het centrale ontmoetingspunt voor koffie, lunch, borrels en vergaderingen. Dit toont niet alleen mijn technische betrokkenheid bij het behoud van bestaande infrastructurele elementen, maar ook mijn vermogen om ze te integreren in een functionele en esthetisch verantwoorde context.

2. Recycle (herwinnen grondstokken) / 1. Recover (verbranden)

Wanneer er uiteindelijk niets van wat al aanwezig is kan worden hergebruikt, is het noodzakelijk om de bestaande materialen en producten zorgvuldig te demonteren en te recyclen. Hier is nog aanzienlijke vooruitgang te boeken. Vaak beseft een aannemer niet welke mogelijkheden er zijn met het sloopafval. Het is tevens mijn verantwoordelijkheid om dit aan te kaarten en bewustwording te creëren over de mogelijkheden van recycling en duurzaam hergebruik van materialen.

Positieve Impact van een duurzaam en circulair interieurontwerp

In mijn ontwerppraktijk staat de kern van bewust ontwerpen voor mij gelijk aan het streven naar een positieve impact op de omgeving. In termen van duurzaamheid betekent dit dat ik mijn ontwerpen vormgeef met het oog op een gunstig effect op het klimaat. Dit blijft een voortdurende uitdaging, gezien de onvermijdelijke betrokkenheid van materialen en grondstoffen bij nieuwe of vernieuwde interieurs.

De cruciale benadering hierbij is het selecteren van materialen en producten die een bijdrage leveren aan de omgeving, in plaats van schade aan te richten. Voor mij houdt dit in dat we de levensduur van een interieur moeten overdenken, hoe we deze kunnen verlengen, en wat er moet gebeuren met afzonderlijke producten en materialen wanneer het interieur wordt ontmanteld. Volledige circulariteit is momenteel misschien niet direct haalbaar, maar stap voor stap moeten we gezamenlijk die duurzame koers varen.

Zoals breed wordt erkend, is de urgentie van duurzaamheid hoog! Ik sta klaar om deze uitdaging aan te gaan, in nauwe samenwerking met de gebruikers en opdrachtgevers van mijn projecten.

Kortom, mochten jullie op zoek zijn naar een duurzaam en bewust ontworpen interieur: neem vrijblijvend contact op om verder kennis te maken. Ik heb bijzonder veel zin om deel uit te maken van jullie zoektocht naar de best passende werk-, onderwijs- en/of verblijfsomgeving!
Scroll naar boven